De misbruikschandalen
 
Er zijn in de afgelopen paar jaar veel afschuwelijke verhalen naar buiten gekomen over misbruik van kinderen door katholieke geestelijken. Hoe moet ik daarmee omgaan?
Moet ik mijn beeld van de Kerk laten bepalen door de berichten over seksueel misbruik van kinderen?
Terwijl dat grotendeels betrekking heeft op zaken die zich 40, 50 of 60 jaar geleden hebben afgespeeld? Zaken die zich voornamelijk afspeelden in de cultuur van de internaten?
 
Ik ben het er volledig mee eens dat juist van geestelijken in de Kerk mag worden verwacht dat zij dergelijke daden niet plegen.
Echter het beeld dat er zich juist in de Rooms-Katholieke Kerk veel van die zaken hebben afgespeeld, is wat al te voorbarig.
Immers, als dat zo zou zijn, moet het worden afgezet tegen het misbruik op andere plaatsen. En dan zou moeten blijken dat het in de Kerk in hogere mate voordoet dan elders.
Anders kun je niet stellen dat het een probleem is dat in Kerk zich sterker voordoet dan op andere plaatsen.
 
 
 
Dat neemt niet weg dat er zeker misbruik is voorgekomen. En dat die zaken zich met name op de internaten hebben voorgedaan.
Dat wil niet zeggen dat de meeste geestelijken op internaten zich hieraan schuldig maakten. Want dat is zeker niet het geval. Tal van oud-leerlingen bewaren goede herinneringen aan de internaten. Veel anderen hebben minder goede herinneringen, maar niet vanwege seksueel misbruik. Het feit dat een kind jarenlang een groot deel van de tijd buiten het eigen gezin moest leven in een grote groep, is een last die voor de een makkelijker te dragen is dan voor de ander. Ook de soms hardvochtige manier waarop met de jongens werd omgegaan kan slechte herinneringen meebrengen. Maar dat was een verschijnsel van de tijdgeest, waarin ook op de gewone scholen een veel strengere cultuur heerste dan tegenwoordig. Zo deed men dat toen nu eenmaal.
Hoe dan ook was seksueel misbruik een verschijnsel dat zich voordeed in met name de cultuur van de internaten.
Dat dit is gebeurd valt niet te ontkennen, en dat moet als een schandelijke misdaad worden veroordeeld.
Het misbruik werd bovendien te vaak verzwegen, en niet afdoende aangepakt. Ook dat had ongetwijfeld te maken met de tijdgeest, waarin over dergelijke zaken uit schaamte meestal maar gezwegen werd (wat nog steeds voorkomt, maar minder dan destijds).
 
Eerlijk beeld van de kerk?
 
Echter, de wijze waarop nu wordt omgegaan met deze kwestie, is een aanfluiting voor objectieve en evenwichtige journalistiek. De berichtgeving is zo eenzijdig en opgeblazen, dat het alle kenmerken van een hetze tegen de Kerk heeft.
De media zijn zeer sterk gericht op sensatie. Zelfs media die bekend staan om hun degelijke berichtgeving nemen het niet zo nauw met de feiten als het om misbruik in de Kerk gaat.
Hierna noem ik enkele in het oog springende voorbeelden.
 
In september 2010 pakten de media groot uit met berichten over beschuldigingen wegens misbruik tegen oud-bisschop Gijsen van Roermond. Het NOS-journaal van 8 uur besteedde er flink aandacht aan, en alle kranten plaatsten grote artikelen – sommige op de voorpagina (zoals Dagblad de Limburger).
Waar ging het over? Bij de commissie Hulp en Recht waren twee klachten over misbruik tegen Gijsen binnengekomen. Deze zou als jonge surveillant in de jaren vijftig op het internaat van Rolduc hebben gegluurd naar een leerling die ’s nachts in zijn bed masturbeerde. Dat zou geregeld zijn gebeurd, en de klager ‘walgde van de gelaatsuitdrukking van Gijsen terwijl die tussen de gordijnen door naar hem keek’ terwijl deze leerling zichzelf bevredigde.
Het is ongelooflijk dat zo’n flinterdun verhaaltje ruim een halve eeuw(!) later zoveel aandacht krijgt. Op de eerste plaats is het een ongeloofwaardige klacht. Alsof die jongen gewoon door zou gaan met masturberen, terwijl hij ziet dat er iemand staat te gluren. Hij zou dan stoppen en in het vervolg op een meer stiekeme manier masturberen.
Een andere klacht behelsde dat Gijsen als surveillant in Rolduc tussen 1952 en 1955 bij leerlingen in bed zou zijn gestapt. Gijsen ontkende deze beschuldiging (net als de andere). Het Openbaar Ministerie deelde mede dat men de klager heeft gebeld en gemaild over de klacht - die in een email was gemeld - maar dat deze niet reageerde. Ook zei het OM dat de zaak hoe dan ook is verjaard, gelet op het lange tijdsverloop.
Zo gemakkelijk is het om iemand af te branden in de media, met twee vage, onbetrouwbare emails. En zo blazen de media gebakken lucht op tot een grote zeppelin, met daarop in koeienletters een veroordeling van Gijsen en in één moeite door de Kerk.
Het verhaal gaat al snel als een nachtkaars uit, maar intussen is de schade wel aangericht.
In dit geval bleef het eerste verhaal door etteren.
De klachtencommissie voor seksueel misbruik in de RK Kerk heeft die klacht in 2011 behandeld.Op 24 juni 2013 stierf bisschop Gijsen. Het NOS Journaal van acht uur meldde het volgende “… Hij werd door de klachtencommissie veroordeeld omdat hij een jongen begluurd had die masturbeerde in een slaapzaal”. De NOS brengt dit als een feit. Dat klopt niet. De klachtencommissie oordeelde dat er geen sprake was van seksueel misbruik, zodat de zaak buiten de bevoegdheid van de commissie viel.
Wel merkt de commissie op dat de handelwijze waarover wordt geklaagd “de grenzen van het betamelijke ver te buiten gaat en de privacy van klager op grove wijze is geschonden”. Daarmee wordt Gijsen niet veroordeeld. Gijsen was niet op de zitting verschenen, maar had wel laten weten dat hij zich niet heeft schuldig gemaakt aan wat hem wordt verweten, en hij bovendien in de betreffende periode niet eens aldaar werkzaam was. De commissie laat zich daar verder niet over uit. Toch wordt het door de NOS en andere media als waarheid gebracht. Het lijkt er op dat journalistieke zorgvuldigheid niet nodig is als het om de katholieke Kerk gaat.
Overigens valt nog iets op in de uitspraak van de commissie. De klager geeft aan dat het feit dat hij destijds is begluurd, nu nog een grote impact op zijn leven heeft. Al met al een dubieus verhaal, waaraan redelijkerwijs weinig geloof gehecht moet worden. Het zal best zo zijn dat de klager problemen heeft, maar het gaat veel te ver om dat te wijten aan de gebeurtenis waarover hij klaagt. Update: op 11 februari 2014 heeft de klachtencommissie geadviseerd om een andere klacht tegen wijlen Gijsen wegens misbruik gegrond te verklaren.
 
In november 2010 kwam een volgende bisschop in opspraak door een heel dubieus verhaal.
Het gaat om wijlen bisschop Ter Schure van Den Bosch. Een voormalige leerling van internaat Don Rua in Ugchelen beweerde tussen 1948 en 1953 door zeven priesters te zijn misbruikt waaronder Ter Schure.
Kerkhistoricus Ton van Schaijk schreef in De Volkskrant van 10 januari 2011 een uitgebreid artikel waarin hij laat zien dat de beschuldigingen tegen Ter Schure op drijfzand zijn gebaseerd (onder de kop “Bisschop Ter Schure kon niet eens misbruik plegen”).
Het komt er op neer dat Ter Schure nauwelijks op dat internaat aanwezig is geweest en geweest kon zijn, en niet in de gelegenheid is geweest het misbruik te plegen waarvan hij wordt beschuldigd. Overigens, deze Van Schaijk is niet bepaald een medestander van Ter Schure, integendeel, hij is zeer kritisch over de lijn die Ter Schure als bisschop heeft gevolgd. Maar Van Schaijk stoort zich aan de wijze waarop de media met de zaak omgingen. In zijn woorden:
“Maar alles wat je tegen Ter Schure kunt inbrengen rechtvaardigt niet dat hem ook seksuele misdrijven in de schoenen worden geschoven. Zeker niet op de rijkelijk vage, suggestieve en hetze-achtige manier waarop dat nu is gebeurd.” (noot)
 
Er zijn ook enkele zeer extreme gevallen van seksueel misbruik naar buiten gebracht, waarvan ik me sterk afvraag of de verhalen waar zijn. Los van motieven als wrok, kwaadwillendheid of geldbelustheid, is het bovendien zo dat deskundigen zeggen dat het geheugen de mens totaal op het verkeerde been kan zetten. Zeker als er zo enorm veel tijd is verstreken als in veel misbruikzaken het geval is. Bij seksueel misbruik geldt dat in nog sterkere mate. Zie ook bij de achtergrondartikelen "Over het misbruik door een deskundige".
(noot – Maria Monk + column DDL?)
 
Een goede illustratie van de manier waarop mensen op dit alles kunnen reageren, is te lezen in Volkskrant Magazine van 15 januari 2011. In een interview met acteur Jon van Eerd herinnert deze zich het internaat Rolduc als een afschuwelijke periode in zijn leven. Dat kwam vooral doordat hij ernstig werd gepest en mishandeld door de stoerdere jongens en niet-geestelijke werknemers. Op de vraag of hij is misbruikt, antwoordt hij dat hij zich niet veel herinnert, en dat je wel eens hoort dat je brein dingen kan wegstoppen zodat je het niet meer weet. Hij weet wel dat hij soms in de war was. Ook zegt hij dat, toen de storm aan publiciteit rond misbruik losbarstte, iedereen hem belde en vroeg naar die periode.
Het verhaal komt er op neer dat Van Eerd een rottijd heeft gehad, dat hij zich niet herinnert seksueel misbruikt te zijn, maar dat hij wel vindt dat er van alles niet klopte, en hij denkt dat hem misschien misbruik is overkomen dat hij zich niet herinnert.
Op deze wijze kan de fantasie van veel mensen gemakkelijk tot verhalen leiden die weinig met de waarheid te maken hebben. Of die daar een zodanige draai aan geven dat een beeld ontstaat dat niet klopt, en dat personen ten onrechte kan beschuldigen.
Er is een sfeer ontstaan waarin een vervelende droom gemakkelijk kan veranderen in een vage herinnering. En die vage herinnering kan vervolgens voor waarheid worden aangezien.
 
......
 
Deze voorbeelden zijn symptomatisch voor de manier waarop de media met het probleem omgaan en het gemak waarmee zij de hele Kerk in de beklaagdenbank zetten.
Dit alles heeft niets te maken met een rustige, rechtvaardige of objectieve beoordeling van de hele kwestie.
Aan de andere kant is het een feit dat er ernstige misdrijven zijn gepleegd door geestelijken van de Kerk. Daar zijn ze op de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor. Maar ook zijn deze personen door hoger geplaatste geestelijken, waaronder bisschoppen, soms niet stevig genoeg aangepakt. Daar zal de Kerk lering uit moeten trekken, door in het vervolg veel steviger op te treden. De vorige paus heeft hiertoe al stappen ondernomen, en paus Benedictus XVI heeft dat doorgezet.
In het boek Licht van de Wereld zegt de paus “…
 
Ik vat het samen zoals ik het zie:
 
De misbruikschandalen in de katholieke Kerk zijn een smet op die Kerk, en het is een grof schandaal dat mensen die een positie bekleden in het instituut dat Christus zelf heeft ingesteld, zo zeer in strijd met de leer van Christus handelen.
De schandalen hebben zich in meerderheid afgespeeld in een periode van pakweg een halve eeuw geleden, en in de context van de internaten waar destijds veel kinderen jarenlang verbleven. De aard van het misbruik lijkt zelden verkrachting te hebben ingehouden (in tegenstelling tot het seksueel misbruik in bv. gezinnen).
Er wordt aantoonbaar op een sensatiebeluste en onzorgvuldige manier over bericht.
Er is geen goede reden om te stellen dat in de Kerk misbruik van kinderen meer voorkomt dan in andere delen van de samenleving.
Integendeel, er zijn diverse onderzoeken gedaan waaruit naar voren komt dat misbruik binnen de Kerk juist minder voorkomt dan op andere plaatsen in de samenleving.  (noot)
Er is geen reden om de Kerk te veroordelen als een verdorven instelling, zoals sommigen doen, omdat dan alleen wordt gekeken naar een klein onderdeel van een instituut dat heel veel goeds doet en heeft gedaan voor ontelbaar veel mensen.