Affaire-Williamson

Het opheffen van de excommunicatie van bisschop Williamson
 
Begin 2009 besloot de paus om de excommunicatie van de leden van de Pius X Broederschap op te heffen.
Het ging om een excommunicatie (ofwel: buiten de kerk plaatsen) die werd veroorzaakt door de wijding in 1988 van enkele bisschoppen zonder toestemming van het Vaticaan door de al lang overleden kardinaal Lefèbvre. Dat leidt automatisch tot een excommunicatie.
 
De Pius X Broederschap heeft al lange tijd verzocht om de excommunicatie op te heffen. De paus besloot om hierin een stap te zetten, en de excommunicatie inderdaad te beëindigen.
Al snel bleek dat één van de bisschoppen, Williamson, betwijfelde of de Holocaust werkelijk heeft plaatsgevonden.
Dat kwam uitgebreid in de publiciteit. De reacties die veel te horen en te lezen waren, hadden vaak een beschuldigende toon aan het adres van de paus en de Kerk. Dat ging op een manier van “De Kerk opent de deur voor Holocaustontkenners”.
Is het eerlijk om op die wijze te reageren?
 
Williamson, bisschop in de priesterbroederschap Pius X (niet in de RK Kerk). Op 24 oktober 2012 werd hij uit de broederschap gezet wegens een conflict met zijn medebisschoppen, niet wegens zijn ontkenning van de holocaust.
 
Op de eerste plaats moet worden opgemerkt dat de Kerk, en de paus persoonlijk, heel helder heeft gemaakt dat Holocaustontkenning niet alleen afkeurenswaardig, maar ook weerzinwekkend is. Dat was al zo vóórdat alle ophef ontstond, en het is snel na de rel rond Williamson nog eens bevestigd. Bisschop Williamson is met harde woorden op zijn nummer gezet door de katholieke Kerk.
 
Op de tweede plaats speelde bij het opheffen van de excommunicatie deze discussie niet. Het ging daarbij om andere zaken, namelijk om een groep mensen die zichzelf sterk rooms-katholiek voelen, en graag weer deel zouden uitmaken van de Kerk.
De paus heeft daarbij een gebaar willen maken en deze groep weer in de Kerk willen toelaten.
 
De bisschoppen en hun priesters van de Pius X Broederschap kunnen nog niet als zodanig in de kerkelijke organisatie optreden. Daartoe is vereist dat zij eerst zelf een stap zetten. Zij dienen het Tweede Vaticaans Concilie geheel te erkennen voordat zij als bisschoppen en priesters binnen de Kerk kunnen functioneren. Voorlopig hebben ze dat nog niet gedaan.
Al met al is de ‘heropening van de poorten’ voor deze broederschap dus een soort omzetting van straf in een voorwaardelijke straf, waarbij de voorwaarden door de Kerk worden gesteld en door Pius X geaccepteerd zullen moeten worden.
 
In ieder geval is de beschuldiging dat de Kerk zich schuldig maakt aan antisemitisme, of aan het goedpraten van Holocaustontkenning, zonder meer grote onzin.
 
Het is dan ook triest, dat sommige mensen op die manier kwaadspreken, en mensen een totaal verkeerde voorstelling van de Kerk geven. (noot)